Examples of using "Лодка" in a sentence and their dutch translations:
Een boot kapseisde.
Dat is een boot.
Is dat een onderzeeër?
"Als de boot werkelijk omgeslagen was,
Ik heb een boot.
Tom heeft een roeiboot.
De onderzeeër kwam eindelijk aan het oppervlak.
Ik ben bang dat de boot zinkt als we meer dan zeven mensen meenemen.
Het schip voer onder de brug door.