Translation of "Vizinho" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vizinho" in a sentence and their dutch translations:

Odeio meu vizinho.

Ik heb een hekel aan mijn buurman.

Ele é meu vizinho.

- Hij is mijn buur.
- Hij is mijn buurman.

Temos um novo vizinho.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

Ele odeia o vizinho.

Hij haat zijn buurman.

Você é nosso vizinho.

- Jij bent onze buurman.
- Jij bent onze buurvrouw.

Meu vizinho é carpinteiro.

Mijn buurman is timmerman.

Nosso vizinho quebrou uma costela.

- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Tom é um ótimo vizinho.

Tom is een goede buur.

O Tom é meu vizinho.

Tom is mijn buurman.

Tom é um bom vizinho.

- Tom is een goede buur.
- Tom is een goede buurman.

Nosso novo vizinho toca violino.

Onze nieuwe buurman speelt viool.

O Tom é um bom vizinho.

Tom is een goede buur.

Tom é o vizinho de Mary.

- Tom is de buurman van Maria.
- Tom is Maria’s buurman.

O cão do meu vizinho ladra.

De hond van mijn buurman blaft.

O vizinho também está de olho na fêmea.

Zijn buurman zit ook achter haar aan.

O país declarou guerra contra o país vizinho.

Het land heeft de oorlog verklaard aan zijn buurland.

A grama do vizinho é sempre mais verde.

- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.

Onde um vizinho de Benjamin Franklin, chamado Caleb Whitford...

naar Caleb Whitford, buurman van Benjamin Franklin.

Apesar de ser meu vizinho, não o conhecia bem.

Ondanks dat hij mijn buurman is, kende ik hem niet goed.

É melhor ter um bom vizinho que um irmão distante.

Beter een goede buur dan een verre vriend.

Ele é o meu vizinho, mas não o conheço muito bem.

Hij is mijn buur, maar ik ken hem niet al te goed.

Outro dia eu me encontrei com o meu antigo vizinho na cidade.

Onlangs kwam ik mijn vroegere buurman tegen in de stad.