Examples of using "Tolerar" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan luidruchtige kinderen niet verdragen.
We kunnen die situatie niet meer tolereren.
- Ik kan luidruchtige kinderen niet verdragen.
- Ik kan niet tegen lawaaierige kinderen.
Met honger kun je omgaan, maar niet met dorst. Dan gaan je darmen pijn doen. Het is ondraaglijk.