Examples of using "Romanos" in a sentence and their dutch translations:
De Romeinen spraken Latijn.
Romeinen droegen toga's.
Jupiter werd aanbeden door de Romeinen.
Christus werd gekruisigd door de Romeinen.
De Romeinen hebben Gallië gelatiniseerd.
Carthago was vernietigd door de Romeinen.
De brug is gebouwd door de Romeinen.
De glorierijke dagen van de Romeinen zijn voorbij.
Als u in Rome bent, doe dan zoals de Romeinen doen.
Tarquinius was de laatste koning van de Romeinen.
Is het Romeinse leger ooit verslagen?
De Germanen en Kelten hadden broeken, maar de Romeinen niet.