Translation of "Gritou" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Gritou" in a sentence and their dutch translations:

- Ele gritou "sai!".
- Ele gritou "vaza!".

"Buiten!", riep hij.

Alguém gritou.

Iemand schreeuwde.

Tom gritou.

Tom schreeuwde.

Ninguém gritou.

- Niemand schreeuwde.
- Niemand riep.

Quem gritou?

Wie schreeuwde?

Todo mundo gritou.

Iedereen schreeuwde.

Ele gritou: "Socorro!"

Hij schreeuwde: "Help!"

Ele gritou de dor.

Hij schreeuwde van de pijn.

Ken gritou por ajuda.

Ken riep om hulp.

Ele gritou alto pedindo ajuda.

Hij riep luid om hulp.

- Ken gritou por ajuda.
- Ken pediu socorro.

Ken riep om hulp.

Logo que a mãe a notou, gritou-lhe: “Então, minha filha?”

Haar moeder had haar nauwelijks opgemerkt, of ze schreeuwde haar toe: "Wel, mijn kind?"