Examples of using "Geórgia" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben erg blij in Georgië.
- Ik ben heel gelukkig in Georgië.
- Ik kom uit Georgië.
- Ik kom uit Georgia.
Hij komt uit Georgië.
- Zijn geboorteland is Georgië.
- Hij is geboren in de staat Georgië.