Examples of using "Ganho" in a sentence and their dutch translations:
Ik verdien €100 per dag.
Ik verdien €100 per dag.
- Wat levert het mij op?
- Wat heb ik eraan?
- Wat zit er voor mij in?
Ik ben verbaasd dat jij de prijs hebt gewonnen.
Hij verdient twee keer zoveel als ik.
Tom verdient drie keer zo veel als ik.
Het is de eerste keer dat ik een loterij gewonnen heb.
Het was puur toeval dat hij het spel gewonnen heeft.
Tom verdient dubbel zoveel als ik.