Examples of using "Faca" in a sentence and their dutch translations:
Er ontbreekt een mes.
Ik wil een mes.
Dat is geen mes. Dít is een mes.
Dat is geen mes. Dít is een mes.
Het mes is niet scherp.
Er ontbreekt een mes.
Dat is geen mes. Dít is een mes.
Ik heb een mes nodig.
Het mes is bot.
Het mes is vies.
Mijn mes is scherp.
Mijn mes is bot geworden.
Ik heb mij verwond aan een mes.
Hij is bang voor messen.
Het mes is niet scherp.
Het is een keukenmes.
Dit mes is heel scherp.
Sorry! Ik heb mijn mes laten vallen.
Hij droeg een mes of iets dergelijks.
Ze vermoordde hem met een mes.
Ze eten met mes en vork.
Snij de cake met een mes.
Mag ik je mes lenen?
Stop het mes niet in je mond.
Dit is een keukenmes.
- Ze doodde hem met een mes.
- Ze vermoordde hem met een mes.
Pas op. Dat mes is scherp.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Het mes snijdt goed, want het is scherp.
Zij sneed de appel met een mes.
Hij sneed het vlees met een mes.
Ik heb een mes nodig.
Het is makkelijk om kaas te snijden met een mes.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Ik wil een mes om het touw te snijden.
Gewoonlijk eten wij met mes, vork en lepel.
Dit mes was erg nuttig.
Leen me alsjeblieft je mes.
- Laat het kind niet met het mes spelen.
- Laat het kind niet spelen met het mes.
Tom stierf met een mes in zijn rug.
Tom had een mes in zijn hand.
Maar de nacht is niet alleen een zegen.
Als je mes bot is, slijp je het.
Ik heb een lepel, vork en mes nodig. Bedankt.
Tijd om de onderbroek te verwijderen met mijn trouwe mes.