Examples of using "Acontecerá" in a sentence and their dutch translations:
De vergadering zal morgen plaatshebben.
Dat zal me niet overkomen.
Wat zal er met Tom gebeuren?
Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
De bruiloft zal in het voorjaar plaatsvinden.
Je weet maar nooit wat er gebeurt.
Het is niet bekend wat er zal gebeuren.
Niemand weet wat hem morgen overkomt.
Dat zal nooit gebeuren.
- Dat zal niet gebeuren.
- Dat gebeurt niet.
Tom zei dat dat waarschijnlijk binnenkort zou gebeuren.
Dat zal waarschijnlijk gebeuren.
Ik weet niet wat er met mij gaat gebeuren.