Examples of using "Zamknięte" in a sentence and their dutch translations:
We zijn vandaag gesloten.
- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.
- De deur is toe.
De luchthaven is gesloten.
Het venster is gesloten.
Het museum is nu gesloten.
- Deze deur is gesloten.
- Deze deur is op slot.
Hij stond voor een gesloten deur.
De deur van Toms kamer was dicht.
Een deur moet of open zijn, of toe.