Translation of "Wziąłem" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Wziąłem" in a sentence and their dutch translations:

Właśnie wziąłem prysznic.

- Ik heb net gedoucht.
- Ik heb net een douche genomen.
- Ik heb alleen maar een douche genomen.

Wziąłem prysznic przed śniadaniem.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

Wziąłem taksówkę, ponieważ autobus się spóźniał.

Ik nam een taxi, omdat de bus te laat was.

Znowu wziąłem aparat i zacząłem robić to, co kocham i co umiem.

Ik pakte mijn camera weer... ...en begon datgene te doen waarvan ik hou.