Translation of "Prysznic" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Prysznic" in a sentence and their dutch translations:

Wezmę prysznic.

Ik ga douchen.

Muszę wziąć prysznic.

Ik heb een douche nodig.

Właśnie wziąłem prysznic.

- Ik heb net gedoucht.
- Ik heb net een douche genomen.
- Ik heb alleen maar een douche genomen.

Tom bierze prysznic.

Tom neemt een douche.

Codziennie biorę prysznic.

Ik neem iedere dag een douche.

Właśnie biorę prysznic.

- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.

- Ona co rano bierze prysznic.
- Ona bierze prysznic co rano.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Wziąłem prysznic przed śniadaniem.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

Ona bierze prysznic co rano.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Wezmę prysznic, ogolę się i włożę garnitur.

Ik ga douchen en scheren. Dan trek ik een pak aan.

Po 20 minutach miałem dość i poszedłem wziąć prysznic.

Ik verloor mijn geduld na 20 minuten en ging een douche nemen