Examples of using "Umiem" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan liefhebben.
Ik kan niet zwemmen.
Ik kan niet vliegen.
Ik kan insecten eten.
Ik kan niet zingen.
Ik kan Chinees spreken.
Ik kan tennissen.
Ik kan al Chinese tekens schrijven.
Ze vroeg me of ik kan naaien.
Maar ik kan goed koken.
Ik kan het niet alleen doen.
Ik kan niet zo goed tennis spelen.
Als wereldburger kan ik cultuurbarrières doorbreken.
Ik kan zelfs niet één stap salsa dansen.
Ik kan op mijn buik zwemmen, maar niet op mijn rug.
Ik kan niet zo goed tennissen als Tom.
Ik pakte mijn camera weer... ...en begon datgene te doen waarvan ik hou.
Ik wou dat ik zo goed kon zingen als Tom.