Translation of "Psów" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Psów" in a sentence and their dutch translations:

Nienawidzę psów.

Ik haat honden.

Boję się psów.

- Ik heb schrik van honden.
- Ik ben bang voor honden.

Zakaz wprowadzania psów.

Honden verboden.

- Koty zwykle nie znoszą psów.
- Zwykle koty nie lubią psów.

Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.

Dziewczyna boi się psów.

- Het meisje heeft schrik van honden.
- Het meisje is bang voor honden.

Koty nie lubią psów.

Katten houden niet van honden.

Dziewczynka boi się psów.

Het meisje heeft schrik van honden.

Ona bardzo boi się psów.

Zij heeft heel veel schrik van honden.

Ta dziewczyna boi się psów.

Het meisje heeft schrik van honden.

Jeszcze inne jako koce dla psów.

weer andere waren gebruikt voor de hond.

Co myślisz o takim jedzeniu dla psów?

Wat vind je van dit hondenvoer?

Skunks nie boją się ani psów, ani ludzi.

Stinkdieren vrezen geen honden, evenmin mannen.