Examples of using "Zadzwonię" in a sentence and their dutch translations:
Ik bel je binnen een week.
Ik bel je later terug.
- Ik zal je morgen bellen.
- Ik bel je morgen.
Ik bel je later vandaag.
- Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, wanneer ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, wanneer ik weer terug ben.
Ik bel vanavond om zeven uur.
Ik bel je later terug.