Translation of "Lody" in Dutch

Lubię lody.

- Ik hou van ijs.
- Ik ben gek op ijs.

Chcecie lody?

Willen jullie wat ijs?

Lubi lody.

Hij houdt van ijs.

Ona lubi lody.

Ze houdt van ijs.

Tom lubi lody.

Tom houdt van ijs.

Wszyscy lubią lody.

Iedereen houdt van ijs.

Poproszę trzy lody.

Drie ijsjes, alstublieft.

Poproszę dwa lody waniliowe.

- Twee vanille-ijsjes alstublieft.
- Twee vanille-ijsjes asjeblieft.

Większość dzieci lubi lody.

- De meeste kinderen zijn dol op ijs.
- De meeste kinderen houden van ijs.

Czy chce pan lody?

Wilt u wat ijs?

Tom lubi lody waniliowe.

- Tom houdt van vanille-ijs.
- Tom lust graag vanille-ijs.

Żeby przełamać lody, złagodzić napięcie.

Iets spanningverlagends.