Examples of using "Lubi" in a sentence and their dutch translations:
- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.
Tom houdt van zwemmen.
- Hij houdt van sinaasappels.
- Hij houdt van appelsienen.
Hij houdt van jagen.
Hij houdt van ijs.
Hij reist graag alleen.
Tom houdt van Italiaans eten.
Tom houdt van z'n werk.
Mijn zus houdt van snoep.
- Tom vindt lieveheersbeestjes echt leuk.
- Tom is dol op lieveheersbeestjes.
Hou je van de zomer?
Nancy houdt van muziek.
Tom houdt van kaas.
Hij houdt niet van hittegolven.
De oude man overdrijft graag.
- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.
Ze leest graag.
- Ze houdt van zingen.
- Ze zingt graag.
Susan houdt van katten.
Tom houdt van geld.
Tom houdt van experimenteren.
Tom houdt van brunettes.
Tom houdt van blondines.
Tom houdt van roodharigen.
Tom houdt van pony's.
- Hij zwemt graag.
- Hij houdt van zwemmen.
Hij houdt van dieren.
Hij houdt niet van verliezen.
Tom leest graag.
Tom houdt van katten.
Tom houdt van eekhoorns.
Xochipepe houdt van bloemen.
Meztli houdt van de maan.
John heeft de verpleegster graag.
Houdt Tom van tomaten?
- Tom houdt van vis.
- Tom houdt van vissen.
- Tom vindt jou leuk.
- Tom vindt u leuk.
- Tom vindt jullie leuk.
- Ze houdt van fotograferen.
- Ze neemt graag foto's.
Melanie houdt van muziek.
Tom houdt van wijn.
Wie houdt van oorlog?
Ze is gek op cake.
Ze houdt van ijs.
Tom houdt van chocola.
Tom houdt van wortels.
Tom vindt Maria leuk.
Tom houdt van spaghetti.
- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.
Tom houdt van sneeuw.
Tom houdt van ijs.
Tom houdt van sinaasappels.
Tom houdt van noten.
Zij houdt van wijn.
Ze vindt hem leuk.
Tom houdt van thee.
John houdt van schaken.
Judy vindt hem leuk.
Ze heeft graag sinaasappelen.
Tom houdt van fruit.
- Tom houdt van aardappelen.
- Tom houdt van aardappels.
Mike houdt van katten.
Hij kookt graag.
Maria vindt je leuk.
Zij houdt van niemand en niemand houdt van haar.
Hij werkt graag met de armere mensen.
Hanako houdt erg van gebak.
Niemand vindt het leuk.
Houdt Tom van tomaten?
Tom houdt niet van kaas.
De meeste Amerikanen houden van hamburgers.
Ze houdt erg veel van bloemen.
Ze gaat graag alleen wandelen.
Hij vindt voetbal leuk.
Maria houdt erg veel van melk.
Ze houdt van korte rokjes.
Hij leest graag kranten.
Tom houdt niet van wiskunde.
Hij leest graag boeken.
Misschien houdt Tom van jou.
Tom houdt van vissen.
Houdt Tom van Boston?
Hij houdt niet van koffie.
Mijn opa houdt van wandelen.