Translation of "Francji" in Dutch

Był we Francji.

Hij is in Frankrijk geweest.

Jestem z Francji.

Ik kom uit Frankrijk.

Jesteśmy z Francji.

Wij komen uit Frankrijk.

Paryż jest stolicą Francji.

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.

Chciałbym mieszkać we Francji.

Ik zou graag in Frankrijk wonen.

Ona jest z Francji.

Ze komt uit Frankrijk.

On jest z Francji.

Hij komt uit Frankrijk.

Poznałem ją we Francji.

Ik heb haar in Frankrijk leren kennen.

Król Francji jest łysy.

De koning van Frankrijk is kaal.

Niedawno wrócił z Francji.

Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.

Sawako chce jechać do Francji.

Sawako wil naar Frankrijk.

Tego lata jadę do Francji.

Deze zomer ga ik naar Frankrijk.

Po francusku mówi się we Francji.

Frans wordt in Frankrijk gesproken.

Zamówiłem ten kostium kąpielowy we Francji.

Ik heb dit badpak in Frankrijk besteld.

Minęły dwa miesiące, odkąd pojechał do Francji.

Twee maanden zijn voorbij sinds hij naar Frankrijk gegaan is.

Mówi się, że ona jest najlepszym tenisistą we Francji.

Men zegt dat ze de beste tennisspeelster van Frankrijk is.