Examples of using "Jechać" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan niet rijden.
Dick is van plan alleen te gaan.
Ik zou graag naar Amerika gaan.
Ze liet hem toe alleen te gaan.
Ik wil naar de stad gaan.
Ik moet morgen naar Denemarken gaan.
Sawako wil naar Frankrijk.
Hij zei dat je niet hoeft te gaan.
Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.
Je mag reizen waarheen je wilt.
...moet je om hulp vragen... ...en naar het ziekenhuis gaan.
Deze zomer ben ik van plan naar het IJK te gaan.
Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.
Hij was te dronken om naar huis te rijden.
Ik moet geld gaan halen.
Tom was van plan om de dag na Kerstmis naar Boston te gaan.
Denk je er echt over niet te gaan?
Ik ben uitgenodigd om naar het buitenland te gaan, maar ik wil niet.
Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.