Translation of "Brakuje" in Dutch

- Czego brakuje?
- Co brakuje?

Wat ontbreekt er?

- Nie brakuje niczego.
- Nic nie brakuje.

Er ontbreekt niets.

Co brakuje?

Wat ontbreekt er?

Czegoś brakuje.

Er ontbreekt iets.

Kogoś brakuje.

- Iemand ontbreekt.
- Er ontbreekt iemand.

Brakuje kawy.

Er is geen koffie.

Czego brakuje?

Wat ontbreekt er?

Czegoś brakuje?

Ontbreekt er iets?

Jedzenia nie brakuje.

Er is genoeg voedsel.

Nie brakuje niczego.

Er ontbreekt niets.

Brakuje jednej strony.

Er ontbreekt een bladzijde.

Brakuje nam pieniędzy.

Het ontbreekt ons aan geld.

Brakuje jednego widelca.

Er ontbreekt één vork.

Tomowi brakuje motywacji.

- Tom heeft een gebrek aan motivatie.
- Het ontbreekt Tom aan motivatie.

Brakuje dzisiaj kogoś?

Is er iemand afwezig vandaag?

Brakuje mi Bostonu.

Ik mis Boston.

Bardzo brakuje mi Ciebie.

- Ik mis je verschrikkelijk.
- Ik mis je enorm.
- Ik mis je ontzettend.
- Ik mis je heel erg.

Brakuje mu piątej klepki.

Die vent ziet ze vliegen!

Bardzo mi ciebie brakuje

We missen je heel erg.

Bardzo nam Ciebie brakuje.

We missen je heel erg.

Brakuje energii słonecznej do fotosyntezy.

Ze kunnen de zon niet langer gebruiken om voedsel te produceren.

Na końcu zdania brakuje kropki.

De punt op het einde van de zin ontbreekt.

Brakuje kropki na końcu zdania.

De punt op het einde van de zin ontbreekt.

W książce brakuje dwóch stron.

Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek.

Ciemniejący księżyc oznacza, że brakuje światła.

De afnemende maan biedt maar weinig licht.

- Brakuje mu doświadczenia.
- Brak mu doświadczenia.

Hij heeft gebrek aan ervaring.

Brakuje czasu, by znaleźć wyjście z konfliktu,

Maar de tijd raakt op voor een oplossing voor dit conflict...

Ale brakuje ptaków lub pszczół do zapylania.

...maar er zijn geen vogels of bijen om hun pollen te verspreiden.

Ale tutaj brakuje dorosłych osobników do opieki.

Maar hier zijn er minder volwassenen om haar te beschermen.

Brakuje czasu i wiatru na rozsiewanie zarodników.

Er is weinig tijd en geen wind om hun sporen te verspreiden.

- Tęsknię za Tobą.
- Tęsknię za tobą.
- Brakuje mi cię.

Ik mis je.

Kobieta ostrożnie przeliczyła pieniądze, a następnie rzekła: - Wciąż brakuje 0.99.

Zorgvuldig telde de vrouw het geld, en zei toen: "Maar de 99 kopeke ontbreekt nog."

Ale nadal brakuje im umiejętności i sił, by przetrwać bez matki.

...maar het ontbreekt ze aan kracht en vaardigheid om alleen te overleven.