Examples of using "Niczego" in a sentence and their dutch translations:
Niets van dit alles werd gedaan.
- Heb je alles?
- Heb je niks vergeten?
Ik heb niets nodig.
Ik wil niets.
Er ontbreekt niets.
Tom heeft gisteren niets gegeten.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
Ik heb niets verdachts opgemerkt.
- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.
- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.
Op dit moment, heb ik niets nodig.
Wil je echt niets?
Onderzoek, zul je zoiets niet vinden.
Ik heb niets te doen.
Zij is nergens bang voor.
Ik verwacht niets van jou.
Ze is nergens bang voor.
Ik zag helemaal niets.
Gooi niets op de vloer.
Niemand heeft ooit zoiets gezien.
Ik weet niks over aardappels.
We kunnen nog niets uitsluiten.
Ik zie niets.
Er ontbreekt niets.
Zijt ge zeker dat ge niets vergeten zijt?
Tom heeft niets te verliezen.
die op de bodem op nietsvermoedende duikers loeren.
We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.
- Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Dat zal er niets aan veranderen.
- Dat verandert niets.
Ik heb in drie dagen niks meer gegeten.
Voor iemand die de essentie niet kent van muziek, lijkt het alsof niets gemakkelijker is dan piano spelen.