Translation of "żart" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "żart" in a sentence and their dutch translations:

To jest żart.

Dit is een grap.

Jego żart był świetny.

Zijn mop was geweldig.

To był tylko żart.

Het was maar een grapje.

Anglik, Belg i Holender wchodzą do pubu i siadają przy barze. Barman pyta, "Chwila, to jakiś żart czy co?"

Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"