Examples of using "냄새를" in a sentence and their dutch translations:
Zijn tong verzamelt geur.
Die wolf ruikt mij van kilometers afstand. Hij zal mijn geur al wel hebben opgepikt.
Hij zal mijn geur al wel hebben opgepikt.
Als ik modder gebruik verhult dat mijn geur.
Hij maakt het goed. Hij kan me ruiken.
Ze markeren hun grenzen met hun geur.
Die wolf ruikt mij van kilometers afstand.
En ruikt welke vrouwtjes vol met voedzame eitjes zitten.
Het lichaam was iets naar voren gebogen en volgde het geurspoor.
Toen zag je de haai aan de rand zwemmen en haar geur oppikken. En ik dacht: o nee, dit is weer...
Maar het probleem is natuurlijk dat ze terug moet. Aan de andere kant pikt de haai haar geur weer op.