Examples of using "Viso" in a sentence and their dutch translations:
Heb je zijn gezicht gezien?
Ze moesten hun gezichten wassen.
Zijn gezicht werd rood.
Ik ben het gezicht van mijn grootmoeder al vergeten.
Ik ben het gezicht van mijn grootmoeder al vergeten.
Zij sloeg hem in het gezicht.
Zijn gezicht klaarde op.
De vrouw wast haar gezicht.
Haar gezicht was knalrood van woede.
De vrouw wast haar gezicht.