Examples of using "Stavi" in a sentence and their dutch translations:
Jij stierf.
dat je van plan was te schrijven.
- Waren jullie aan het huilen?
- Was je aan het huilen?
- Heb je liggen slapen?
- Heb je onlangs geslapen?
Heb je geslapen?
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
- Wie beschermde je?
- Wie beschermde u?
- Wie beschermden jullie?
Ik wist niet dat je je zo slecht voelt.
- Vertelde je de waarheid?
- Was je de waarheid aan het vertellen?
Met wie was je aan het praten?
Wat hoopten jullie te vinden?
Met wie was je aan het telefoneren?
Tom wist niet dat je een grapje maakte.
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
- Was het boek dat je gisteren las Frans of Engels?
- Was het boek dat je gisteren zat te lezen Frans of Engels?