Examples of using "Sposarla" in a sentence and their dutch translations:
Hij besliste om met haar te trouwen.
Hij was van plan met haar te trouwen.
Zij vroeg hem haar te trouwen.
Hij besloot met haar te trouwen.
Ik wil met hem trouwen.
Hij beloofde met haar te trouwen.
Hij was van plan met haar te trouwen.