Examples of using "Decise" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft een beslissing genomen.
- Hij heeft besloten.
- Tom besloot.
- Tom heeft besloten.
Tom besloot naar Boston te gaan.
Hij besliste om met haar te trouwen.
Ze besliste met hem te trouwen.
Hij trof vlug een beslissing.
Tom besloot dat hij in Boston wilde wonen.
Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.
Hij besloot met haar te trouwen.
Hij besloot naar het buitenland te gaan.
- Hij besliste te stoppen met roken.
- Hij besloot te stoppen met roken.
Tom besloot monnik te worden.
Dan besloot de stad te verlaten.
Tom besloot spaghetti te maken voor het avondeten.
Conchita besloot Mary de waarheid te vertellen.
Toen besloot de grootste jongen van het woud de indringers... ...de jungle uit te zetten, en begon de achtervolging.
Je bent resoluut.