Examples of using "Sai" in a sentence and their dutch translations:
Weet je dat?
- Kan je schaatsen?
- Kan je skaten?
- Kunt u skaten?
- Kunnen jullie skaten?
- Kun je schaatsen?
- Kunt u schaatsen?
- Kunnen jullie schaatsen?
- Kun je skaten?
- Kunt u autorijden?
- Kun je autorijden?
- Weten jullie waar hij woont?
- Weet je waar hij woont?
- Weet je waar ze woont?
- Weet u waar hij woont?
- Weet u waar ze woont?
Spreekt u Shanghainees?
- Kunt gij autorijden?
- Kunt u autorijden?
- Kan je rijden?
- Kan u rijden?
Weet jij waar hij naartoe is gegaan?
Kunt u autorijden?
Weet jij wie zij zijn?
- Weet jij waarom?
- Weet je waarom?
Kun je zwemmen?
Weet jij hoe je moet skiën?
Kan je lezen?
Wat weet je over Tom?
...als je kan spellen.
Weet je waar ik woon?
Spreekt u Shanghainees?
Weet je wie ik ben?
Weet u wie hij is?
Hoe weet je dat?
Weet je het antwoord?
Waarom weet jij dat?
- Weet gij waar hij woont?
- Weet jij waar hij woont?
- Weet u waar hij woont?
Je weet iets, niet?
Kan je niet zwemmen?
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Je weet niets over mij.
- Kun je goed piano spelen?
- Speel je goed piano?
Weet je dat Tom een moslim is?
Ik dacht: "Weet je wat?
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
Je weet dat het waar is.
Weet je wie zij is?
Kun je boekhouden?
Weet je wat ik gedaan heb?
Hoeveel talen spreek jij?
Weet jij waar het treinstation is?
Je weet niet hoe je iets moet doen.
Weet je hoe men Mahjong speelt?
Ik ben op zoek naar Andy. Weet jij waar hij is?
Jij weet dit net zo goed als ik.
Kun je 6 aftrekken van 10?
Weet je wat? F*ck-it.
Weet je iets over je familie?
- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.
Kun je zwemmen?
- Kan jij skiën?
- Kunt u skiën?
- Kunnen jullie skiën?
Ik heb een hekel aan ratten.
Je weet nooit wat je tegenkomt.
- Weet je waar hij is
- Weten jullie waar hij is
- Weet u waar hij is
Weet je wie dit schilderij heeft geschilderd?
Je kan dansen, nietwaar?
Weten jullie van wie deze auto is?
- Weet gij wat ze gezegd heeft?
- Weet jij wat ze gezegd heeft?
Weet je waar het restaurant is?
Weet u waar uw vader heen is gegaan?
Weet je waar ik woon?
Het is ingewikkeld, weet je?
...dan weet je dat het de gifbuidel is die krachtig is. Hij heeft geen grote klauwen nodig.
Jij kan niet zwemmen, of toch?
Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.
Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?
Kunt ge schaak spelen?
- Weet jij of ze al dan niet Engels kan spreken?
- Weet je of ze Engels kan spreken?
Ik moet hard werken voor mijn geld, weet je.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Weet jij wat er is gebeurd?
- Hoe weet je dat?
- Hoe weet u dat?
- Hoe weten jullie dat?
Weet jij waar hij naartoe is gegaan?
Wat kan je nog meer doen?
Weet jij waar ze geboren is?
- Weten jullie waarom?
- Weet u waarom?
Je weet al te veel.
- Weet je wanneer ze komt?
- Weet u wanneer ze komt?
- Weten jullie wanneer ze komt?
Je weet iets, niet?
Kan je Arabisch lezen?
- Je weet waarom.
- U weet waarom.
- Jullie weten waarom.
- Weet jij wie zij zijn?
- Weten jullie wie ze zijn?
- Weet je wie ze zijn?
Oh, weet je wat?
Weet je wie zij is?