Translation of "Risolvere" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Risolvere" in a sentence and their dutch translations:

- Potreste risolvere il problema?
- Potrebbe risolvere il problema?
- Potresti risolvere il problema?

Heb je het probleem kunnen oplossen?

- Non possiamo risolvere questo problema.
- Noi non possiamo risolvere questo problema.
- Non riusciamo a risolvere questo problema.
- Noi non riusciamo a risolvere questo problema.

Wij kunnen dit probleem niet oplossen.

- Ho provato a risolvere il problema.
- Io ho provato a risolvere il problema.
- Provai a risolvere il problema.
- Io provai a risolvere il problema.

Ik probeerde het probleem op te lossen.

- Ha provato a risolvere il problema.
- Lui ha provato a risolvere il problema.
- Provò a risolvere il problema.
- Lui provò a risolvere il problema.

Hij heeft geprobeerd het probleem op te lossen.

- Provo a risolvere questo problema.
- Sto provando a risolvere questo problema.
- Io sto provando a risolvere questo problema.

Ik probeer dat probleem op te lossen.

- Nessuno può risolvere questo problema.
- Nessuno riesce a risolvere questo problema.

Niemand kan dit probleem oplossen.

- Qualsiasi studente riesce a risolvere questo problema.
- Qualsiasi studente può risolvere questo problema.

Elke student kan dit probleem oplossen.

Nessuno può risolvere questo problema.

Niemand kan dit probleem oplossen.

Come posso risolvere questo problema?

Hoe kan ik dit probleem oplossen?

- Era facile per lui risolvere il problema.
- È stato facile per lui risolvere il problema.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Lasciati da risolvere alle generazioni future --

een probleem dat we doorschuiven naar volgende generaties --

È riuscito a risolvere il problema.

Hij slaagde erin het probleem op te lossen.

Sei riuscito a risolvere il problema?

Heb je het probleem kunnen oplossen?

È facile per me risolvere questo problema?

Is het gemakkelijk voor mij om dit probleem op te lossen?

Ho avuto difficoltà a risolvere questo problema.

Ik had moeite dit probleem op te lossen.

È facile per me risolvere il problema.

- Ik kan het probleem gemakkelijk oplossen.
- Het is gemakkelijk voor mij om het probleem op te lossen.

Nessuno ha avuto successo nel risolvere il mistero.

Het is niemand gelukt het mysterie op te lossen.

Sono stata in grado di risolvere la questione stamattina.

Ik was vanochtend in staat om het vraagstuk op te lossen.

Riescono a risolvere molti misteri su come funziona la matematica.

worden heel wat mysteries opgelost over het hoe en waarom van wiskunde.

Con un po' più di pazienza avresti potuto risolvere questo problema.

Met een beetje meer geduld zou je deze puzzel opgelost kunnen hebben.

- A un paese neutrale è stato chiesto di aiutare a risolvere la controversia.
- È stato chiesto a un paese neutrale di aiutare a risolvere la controversia.

Een neutraal land werd gevraagd om het geschil te helpen oplossen.

Non credo nella possibilità di risolvere il problema in un altro modo.

Ik geloof niet in de mogelijkheid het probleem op een andere manier op te lossen.