Examples of using "Presentò" in a sentence and their dutch translations:
- Hij kwam een uur later opdagen.
- Hij verscheen een uur later.
- Tom stelde zichzelf voor.
- Tom introduceerde zichzelf.
- Ze kwam altijd te vroeg.
- Ze kwam altijd te vroeg opdagen.
Tom is niet komen opdagen voor de vergadering.
Tom introduceerde Mary bij al zijn vrienden.
Ze stelde mij voor aan haar broer.