Examples of using "Lavorando" in a sentence and their dutch translations:
Werk je?
Ik ben aan het werken.
- Ik werkte.
- Ik was aan het werken.
- We zijn aan het werken.
- We werken.
- Waarom werkt u hier?
- Waarom werken jullie hier?
Ik werk te veel.
Ik werk nog.
- We zijn ermee bezig.
- We werken eraan.
Tom werkt.
Werkt Tom?
Waar werkt Tom nu?
Ik werk niet voor Tom.
Ik werk daar nog aan.
Momenteel werk ik in Tokio.
Ik werk zo snel als ik kan.
De vrouwen werken.
Papa werkt.
Ik werk te veel.
Tom werkt altijd.
- Voor wie werkt u?
- Voor wie werk je?
- Voor wie werken jullie?
Hij werkt niet veel op dit moment.
Tom werkt met ons.
- Tom is aan het werken.
- Tom werkt.
Ik realiseerde me dat, terwijl ik werkte aan het verbeteren van AI,
Tom en Maria zijn nog aan het werk.
- De mannen werken heel hard.
- De mannen zijn heel hard aan het werk.
Ik nam aan dat Tom met jullie samenwerkte.
vaak met minder dan twee hectare.
Voor wie werkt u?
Voor wie werk je?
Wie werkt vanavond?
Voor wie werken jullie?
De schrijver werkt aan zijn nieuw boek.
Ik had de afgelopen 10 jaar non-stop gewerkt
Stap voor stap gaan we met onze partners
Tom werkt met ons.
Je werkt te hard, doe het een tijdje rustig aan.
Het Tatoeba-project, dat je online kan vinden op tatoeba.org, werkt aan een grote gegevensbank met in vele talen vertaalde voorbeeldzinnen.