Examples of using "Dirle" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal haar het goede nieuws gaan vertellen.
Ik heb besloten haar te zeggen dat ik van hem hou.
Wat moet ik tegen haar zeggen?
Morgen moet ik haar de waarheid zeggen.
Ik heb je iets te vertellen.
- Ze heeft je iets te zeggen.
- Ze heeft jullie iets te zeggen.
- Ik heb besloten haar te zeggen dat ik van hem hou.
- Ik heb besloten hem te zeggen dat ik van hem hou.
- Ik heb besloten haar te zeggen dat ik van haar hou.
- Ik heb besloten hem te zeggen dat ik van haar hou.
Zeg haar niets hierover.
- Trouwens, ik heb je iets te vertellen.
- Trouwens, ik moet je iets zeggen.
- Ik sta op het punt je iets belangrijks te vertellen.
- Ik ga je iets belangrijks vertellen.
Er is zo veel wat ik je wil zeggen.
Ik kan jou niet vertellen hoe je het woord moet uitspreken.
Er is iets wat ik je moet zeggen.