Examples of using "Avevate" in a sentence and their dutch translations:
- U had gelijk.
- Jullie hadden gelijk.
Jullie hadden gelijk.
- U had gelijk.
- Je had gelijk.
- Jullie hadden gelijk.
- U had niet veel nagedacht.
- Jullie hadden niet veel nagedacht.
Jij had geen keuze.
U had mij nodig.
Had u mij nodig?
Ik weet dat je bang was.
Waarom moest je gaan?
Heb je je kamer schoongemaakt?
Hoe oud was je toen je stopte met geloven in de Kerstman?
- Waarom had je een hamer nodig?
- Waarom hadden jullie een hamer nodig?
- Waarom had u een hamer nodig?