Examples of using "Tudja" in a sentence and their dutch translations:
Ze weet het.
- Weet hij?
- Weet hij ervan?
Niemand weet het.
Niemand weet het.
Weet Tom het?
Tom weet het.
Iedereen weet het.
- Hoe weet u dat?
- Hoe weten jullie dat?
Wie weet?
Wie weet.
- Hij is niet in staat om dat te doen.
- Hij kan het niet doen.
- Hij kan dat niet aan.
Niemand weet dat.
Weet u waar ik woon?
Tom weet dat Maria het antwoord niet kent.
Wie weet dat?
Tom weet het niet.
Iedereen weet dat.
Alleen God weet het.
Iemand weet dat.
Iedereen weet dat.
Iedereen weet dat.
- Weet Tom het?
- Weet Tom het al?
Ze weet het waarschijnlijk.
Tom weet het al.
Misschien weet Tom het.
Weet u waar hij woont?
Kunt u dat bewijzen?
Hij weet waar we wonen.
Niemand weet waarom.
Hij weet hoe hij een kameel moet berijden.
- God mag het weten.
- Wie weet.
Maar wel door aanraking.
Maar Facebook weet het.
- Om het even wie van u kan het doen.
- Ieder van u kan het doen.
- Ieder van jullie kan het doen.
Je weet maar nooit.
Papa weet wat hij doet.
Tom kan dat niet doen.
Melanie kent de waarheid.
- Joost mag het weten.
- Joost mag weten waarom.
- Tom zal het nooit weten.
- Tom zal het nooit te weten komen.
Tom weet dat.
Tom weet waarom.
Weet Tom waarom?
Wie weet de antwoorden?
Ge kunt het niet missen.
Hij weet niet hoe hij moet antwoorden.
Weet iemand Toms achternaam?
Weet iemand wat er echt gebeurd is?
Ze kunnen een jachtluipaard doden.
Zelfs mijn moeder weet het.
Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.
- Iedereen weet dat je rijk bent.
- Iedereen weet dat u rijk bent.
- Iedereen weet dat jullie rijk zijn.
Kunt u het venster openen?
Weet u hoe men daar met het openbaar vervoer geraakt?
Kan je het naar New York versturen?
Tom weet waar ik ben.
Tom weet dat het een leugen is.
- Weet iemand dat we er zijn?
- Weet iemand dat we hier zijn?
Weet iemand waar Tom is?
Weet iemand Toms achternaam?
Wanneer kun je mij het resultaat laten weten?
Hij weet van waar de wind komt.
- Hij kan niet antwoorden op hun vragen.
- Hij kan haar vragen niet beantwoorden.
- Hij kan hun vragen niet beantwoorden.
Hij kan dat niet alleen doen.
Het is duidelijk dat hij het antwoord weet.
Wie kan mij dit uitleggen?
Hij weet niet eens dat ik besta.
en laten de nieuwsgierige helden weten
Welke geheimen zullen we nog ontdekken...
Wie weet welke verrassingen zich nog meer verbergen...
Ze kent de route uit haar hoofd.
Niemand weet wat er van Yamada geworden is.
Ik denk dat iedereen dat weet.
Weet je waar mijn horloge is?
Hij weet hoe je zombies moet doden.
Hij weet hoe een helikopter te besturen.
Weet iemand wanneer Tom komt?
Weet je wie Rie Miyazawa is?
Alleen zij kan de computer gebruiken.
- Tom kan niet zelf zijn veters stikken.
- Tom kan zijn eigen schoenveters niet strikken.
Ik weet niet of hij het weet.
Weet Tom dat je komt?
Ik denk dat u weet waarom ik u heb laten komen.
Tom weet dat het een leugen is.
Kan iemand uw verhaal bevestigen?
- Iedereen wist dat ze goed Engels kon.
- Iedereen wist dat ze goed Engels kon spreken.
Wie heeft gelijk?
Niemand weet waar het is.
Iedereen weet dat hij nog leeft.
Tom weet niet wat te bestellen.
Tom weet niet dat ik Canadees ben.
- Tom weet de naam van de hond van Maria.
- Tom kent de naam van Maria's hond.
Tom is de enige die het zeker weet.