Examples of using "Tomnak" in a sentence and their dutch translations:
Heb je het Tom verteld?
Mag ik je Tom noemen?
Ik heb Tom geschreven.
Ik heet Tom.
Tom heeft een minderwaardigheidscomplex.
Ik moet naar Tom luisteren.
Geloof je Tom nog?
Tom heeft veel vijanden.
Tom heeft grote handen.
Tom heeft astma.
- Tom heeft een keelontsteking.
- Tom heeft een keelamandelontsteking.
- Tom heeft tonsillitis.
Tom heeft scheurbuik.
Tom heeft een bierbuik.
Tom had blindedarmontsteking.
Tom heeft een auto.
Tom mist Maria.
Tom heeft geluk.
Tom heeft gelijk.
- Het zal Tom lukken.
- Tom zal slagen.
Tom heeft niets te verliezen.
Tom heeft geen vrienden.
Tom vond Australië leuk.
Tom heeft een gezin.
Tom heeft konijnen.
Tom had een hersentumor.
Mary hielp Tom.
Tom heeft het ook niet druk.
Tom heeft geen bankrekening.
- Heeft Tom een tatoeage?
- Heeft Tom een tattoo?
Tom heeft geen ervaring.
Tom heeft last van maagzuur.
Tom heeft geen kat.
Tom heeft geen koorts.
Tom had een biertje.
Tom had een hamer nodig.
Tom bezit een gele sportwagen.
Tom heeft hulp nodig.
Tom zou rond het middaguur moeten komen.
Tom heeft artritis.
Tom heeft 12 broers en zussen.
Tom heeft een grote penis.
Het ontbreekt Tom aan discipline.
Tom heeft twee kinderen.
Misschien heeft Tom gelijk.
Tom heeft een sterk verantwoordelijkheidsgevoel.
Tom heeft een nieuwe auto.
Tom is een slechte stemming.
Tom moet voorzichtiger zijn.
Tom heeft een bloedtransfusie nodig.
Vindt Tom zijn werk leuk?
- Ik heb een kaart naar Tom gefaxt.
- Ik faxte een kaart naar Tom.
Tom heeft een groot probleem.
Tom heeft veel Franse boeken.
- Tom kan nergens heen.
- Tom kan nergens naartoe.
Tom heeft zwart haar.
Zij gaf Tom een appel.
Tom heeft voetschimmel.
Tom heeft een zwak hart.
Tom had één dochter.
Tom heeft rood haar.
Tom heeft groene ogen.
Tom had blauwe ogen.
Geef Tom iets te drinken.
Tom heeft totaal geen manieren.
Heeft Tom blauwe ogen?
Tom had bescherming nodig.
Ik zal het niet tegen Tom zeggen.
- Tom had niks om te lezen.
- Tom had niets om te lezen.
Tom is allergisch voor pollen.
Tom heeft veel problemen.
Tom had verborgen motieven.
- Tom heeft een persoonlijke bodyguard.
- Tom heeft een persoonlijke lijfwacht.
Tom heeft drie honden.
Tom heeft drie dochters.
Tom heeft drie katten.
Tom heeft drie auto's.
Tom heeft lage bloeddruk.
Tom heeft blauwe ogen.
Tom heeft grote handen.
Tom heeft niet genoeg geld.
Tom had hulp nodig.
Heeft Tom groene ogen?
Toms huis heeft een toren.
Tom heeft een echtgenote.
Tom brak elk bot in zijn lichaam.
Waarom had Tom een hamer nodig?
Waarom heeft Tom een hamer nodig?
- Ik gooide de bal naar Tom.
- Ik gooide de bal naar Tom toe.