Examples of using "Írtam" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb Tom geschreven.
Ik schreef in het Engels naar mijn leraar.
Ik schreef in het Engels naar mijn leraar.
Ik heb een brief geschreven.
Ik schreef een boek.
Ik schreef haar elke dag een brief.
Ik heb een liedje voor je geschreven.
Ik schreef een brief in het Frans.
Ik heb veel zinnen geschreven in Esperanto.
Ik heb dat niet geschreven.
Ik heb dat niet geschreven.
Ik schreef haar elke dag een brief.
Gisteravond heb ik drie brieven geschreven.
Ik heb de brief drie keer herschreven.
Ik schreef het foute adres op de envelop.
Ik schreef hem dat hij onmiddellijk moest te komen.
Neen, ik heb het nog niet geschreven
Ik heb Tom al lang niet geschreven.
Ik heb hem elke maand een keer geschreven gedurende bijna twintig jaar.
Het spijt me dat ik je zo lang niet geschreven heb.