Examples of using "Tök" in a sentence and their dutch translations:
- Het is gloednieuw.
- Het is splinternieuw.
- Het is volledig nieuw.
Het is allemaal hetzelfde!
Ziet iedereen dat? Gaaf, nietwaar?
Dat is super.
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Goed zo!
- Wonderbaarlijk!
- Goed!
- Wat fijn!
Het kan me geen reet schelen.
Het kan me geen barst schelen.