Examples of using "Cukrot" in a sentence and their dutch translations:
Melk? Suiker?
Wil je wat suiker?
Melk? Suiker?
Wilt u suiker of melk?
Ik wil geen suiker.
Wilt u suiker of melk?
Had je graag suiker en melk?
Had u graag suiker en melk?
Zij heeft suiker en zout verwisseld.
Ze doen zelden suiker in hun koffie.
Ik doe geen suiker in mijn koffie.
Tom doet bijna nooit suiker in zijn koffie.
Tom heeft te veel suiker in mijn koffie gestopt.
Hij voegde een beetje suiker en melk aan zijn thee toe.