Examples of using "Befejeztem" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb het werk afgemaakt.
- Ik heb zojuist ontbeten.
- Ik heb juist ontbeten.
- Mijn werk is gedaan.
- Mijn werk is voltooid.
- Ik zal u helpen wanneer ik met mijn werk klaar ben.
- Ik zal je helpen wanneer ik met mijn werk klaar ben.
- Ik heb dit boek al uit.
- Ik heb dit boek al uitgelezen.
stopte ik haar in het midden van de zin en maakte de zin voor haar af.
Ik ben al klaar.
- Ik heb mijn werk al af.
- Ik ben al klaar met mijn werk.
- Ik heb mijn werk al gedaan.
Ik heb mijn lessen af en ik wil slapen, maar het is alweer tijd om naar school te gaan...