Examples of using "Nap" in a sentence and their dutch translations:
Tien dagen gingen voorbij.
Ik loop iedere dag.
De zon komt op.
- Ik zwem elke dag.
- Ik zwem iedere dag.
- Oefen elke dag.
- Sport elke dag.
Ren je iedere dag?
De zon gaat onder.
Ik zie het elke dag op het werk.
De zon komt op.
Ik ga iedere dag zwemmen.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
- Welke datum is het vandaag?
- Welke dag is het vandaag?
Wat een mooie dag!
- Ze speelt iedere dag tennis.
- Iedere dag speelt ze tennis.
Hij heeft de hele dag tennis gespeeld.
Ren je iedere dag?
De zon scheen helder.
- Leer je iedere dag?
- Leren jullie iedere dag?
- Leert u iedere dag?
Ik heb de hele dag getennist.
De zon is rood.
Ik ren elke dag.
De zon schijnt.
Ik neem iedere dag een douche.
Het was een mooie dag.
- Ik heb de hele dag geslapen.
- Ik sliep de hele dag.
De zon scheen.
Ik huil elke dag.
Het was een verschrikkelijke dag.
Ren je iedere dag?
Wat een mooie dag!
We hebben de hele dag geskied.
De zon komt op.
Wat een dag!
Ik werk elke dag behalve zondag.
't Is een saaie dag vandaag.
Ze negeerde hem de hele dag.
Elke dag leren we onszelf dingen aan:
Het is een mooie dag.
Kijkt hij iedere dag tv?
De zon is op.
Ik bleef de hele dag thuis.
Welke dag is het vandaag?
Ik spreek dagelijks Engels.
Het regende gisteren de hele dag.
Het was een mooie zonnige dag.
Hij stierf 3 dagen daarna.
- De zon gaat weldra onder.
- De zon gaat zo onder.
Ik heb gisteren de hele dag geslapen.
Ik eet hier elke dag.
Morgen is een nieuwe dag.
Ik rijd iedere dag naar Tokio.
Ik heb er de hele dag aan gedacht.
Wij kijken alle dagen tv.
Eet jij elke dag rijst?
De zon is een ster.
- Er sterven elke dag mensen.
- Er sterven dagelijks mensen.
Ik spreek elke dag Iers.
Het is een zonnige dag.
De zon gaat zo onder.
Eten jullie elke dag rijst?
Ze lieten ons de hele dag werken.
Hij komt binnen enkele dagen naar huis.
Zonder zon is er geen leven!
Ik vertrek over drie dagen.
Hij gaat daar elke dag naartoe.
- O, alles is net als altijd.
- Niets nieuws onder de zon.
De planeten omcirkelen de zon.
Ik blijf haar elke dag opzoeken.
De zon schijnt niet altijd.
De levensduur van een vlinder is drie dagen.
Hoeveel dagen zijn er in een week?
Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.
Ik neem iedere dag de trein naar mijn werk.
Weet je welke dag het is?
Ik kan je niet elke dag bezoeken.
- Studeert u elke dag?
- Leer je iedere dag?
- Leert u iedere dag?
Ik schrijf bijna elke dag brieven.
's Zomers ga ik elke dag naar het zwembad.
Ik schreef haar elke dag een brief.