Examples of using "Tomate" in a sentence and their dutch translations:
Aubergine, wortel, tomaat.
- Hij eet een tomaat.
- Hij is een tomaat aan het eten.
Maria eet een tomaat.
- Mijn favoriete groente is de tomaat.
- Mijn lievelingsgroente is de tomaat.
Een tomaat is een rode groente.
Heb jij ooit op een tomaat gestapt?
Is de tomaat een vrucht of een groente?
Heb jij ooit op een tomaat gestapt?
Ik was zo rood als een tomaat.
Haar gezicht werd knalrood.