Examples of using "Theorie" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb mijn theorie herzien.
Waarop baseert u uw theorie?
- Heb je een theorie?
- Heeft u een theorie?
- Zijn jullie in het bezit van een theorie?
Ik heb een theorie.
We hebben een theorie.
Waarop baseert u uw theorie?
Ik kan deze theorie niet aanvaarden.
- Ik denk dat jouw theorie niet steekhoudend is.
- Ik vind dat jouw theorie niet steekhoudend is.
Zijn theorie was totaal onrealistisch.
Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.
Ik kan geen enkele fout in zijn theorie vinden.
In theorie is er geen verschil tussen theorie en praktijk. Maar in de praktijk wel.
- Ik wil uw theorie niet betwisten.
- Ik wil je theorie niet uitdagen.
Zamenhof paste zijn theorie toe in de praktijk.
De leidende gedachte over de oorsprong van de Aarde en de Maan
- Hij twijfelde nooit aan de geldigheid van deze theorie.
- Aan de geldigheid van deze theorie heeft hij nooit getwijfeld.
Ik kan geen enkele fout in zijn theorie vinden.
Deze theorie is voor mij te moeilijk om te verstaan.
- Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie aan het verstand te brengen.
- Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie te laten begrijpen.
Perry heeft zich vergist door te denken dat Emmets theorie geconstrueerd is zonder verwijzing naar de Newtoniaanse natuurkunde.
- Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.
- Ik ben het er niet mee eens dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.
Een theorie verklaart, hoe of waarom iets werkt. Praktijk is, wanneer iets werkt, hoewel misschien niemand weet, waarom of hoe het werkt. In sommige ondernemingen gaan theorie en praktijk hand in hand: niets werkt en niemand weet waarom het niet werkt.