Translation of "Stellen" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Stellen" in a sentence and their dutch translations:

- Stellen Sie an?
- Stellen Sie ein?

Neemt u mensen aan?

Stellen Sie an?

Neemt u mensen aan?

- Könnte ich eine Frage stellen?
- Darf ich eine Frage stellen?

Mag ik een vraag stellen?

- Tom wollte sich der Polizei stellen.
- Tom wollte sich stellen.

Tom wou zich komen aangeven.

Stellen Sie sich vor,

Stel je voor:

- Darf ich Ihnen eine Frage stellen?
- Darf ich euch eine Frage stellen?
- Darf ich dir eine Frage stellen?

- Mag ik je iets vragen?
- Mag ik u een vraag stellen?

- Ich würde gerne zwei Fragen stellen.
- Ich würde gern zwei Fragen stellen.

Ik zou twee vragen willen stellen.

- Ich möchte gerne eine Frage stellen.
- Ich würde gerne eine Frage stellen.

- Ik wil graag een vraag stellen.
- Ik zou iets willen vragen.

- Könnten Sie das Radio leise stellen?
- Könnten Sie das Radio leiser stellen?

- Zoudt ge de radio stil kunnen zetten?
- Kan je de radio zachter zetten?

Stellen Sie sich Folgendes vor:

Het ging als volgt:

Stellen Sie sich das vor:

Denk daar eens even over na.

Darf ich eine Frage stellen?

Mag ik een vraag stellen?

- Dürfte ich Ihnen eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich euch eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich dir eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich Ihnen eine persönliche Frage stellen?

Mag ik je een persoonlijke vraag stellen?

- Dürfte ich Ihnen eine persönliche Frage stellen?
- Dürfte ich dir eine persönliche Frage stellen?
- Dürfte ich euch eine persönliche Frage stellen?

Vind je het erg als ik een persoonlijke vraag stel?

- Darf ich euch eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich dir eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich Ihnen eine persönliche Frage stellen?

Mag ik je een persoonlijke vraag stellen?

Moos wächst an dunklen, feuchten Stellen.

En mos houdt van een donkere, vochtige omgeving om te groeien.

Stellen Sie sich eine Sommerzivilisation vor,

Stel je zo'n zomerbeschaving voor,

Kann ich ein paar Fragen stellen?

Mag ik een paar vragen stellen?

Ich möchte gerne eine Frage stellen.

- Ik wil graag een vraag stellen.
- Ik zou iets willen vragen.

Darf ich den Fernseher leiser stellen?

Mag ik de tv zachter zetten?

Ich würde gerne eine Frage stellen.

- Ik wil graag een vraag stellen.
- Ik zou iets willen vragen.

Darf ich dir eine Frage stellen?

Mag ik je iets vragen?

Millionen von Arbeitern verloren ihre Stellen.

Miljoenen arbeiders verloren hun werk.

Darf ich Ihnen eine Frage stellen?

Mag ik u een vraag stellen?

Ich möchte dir eine Frage stellen.

Ik zou je graag een vraag stellen.

Ich würde gern zwei Fragen stellen.

Ik zou twee vragen willen stellen.

- Der Lehrer hat angefangen, uns Fragen zu stellen.
- Die Lehrerin hat angefangen, uns Fragen zu stellen.

- De leraar was begonnen ons vragen te stellen.
- De lerares was begonnen ons vragen te stellen.

Wir wollten die sehr konkrete Frage stellen:

We wilden de zeer specifieke vraag te stellen:

Wieso stellen wir nicht das Wasser ab?

Waarom niet eerst de kraan dichtdraaien?

Ohne Sonnenlicht stellen Algen die Sauerstoffproduktion ein.

Zonder zonlicht stopt zeewier met het produceren van zuurstof.

Beschloss ich mir diese Fragen zu stellen

besloot ik om dat soort vragen zelf te gaan stellen

Sie können jederzeit einen formlosen Antrag stellen.

U kunt op elk moment een vrijblijvend verzoek indienen.

- Stelle es dahin.
- Stellen Sie es dahin.

Leg het daar.

Darf ich Ihnen eine indiskrete Frage stellen?

- Mag ik u een indiscrete vraag stellen?
- Mag ik je een indiscrete vraag stellen?

Diese Flaschen muss man stellen, nicht legen.

Deze flessen moeten rechtop staan, niet liggen.

Ich muss dir eine dumme Frage stellen.

Ik moet je een domme vraag stellen.

Wir zögerten unserem Biolehrer Fragen zu stellen.

Wij aarzelden aan onze docent biologie vragen stellen.

Ich muss noch ein paar Fragen stellen.

Ik moet nog een paar vragen stellen.

Ich wollte Ihnen ein paar Fragen stellen.

Ik wil u een paar vragen stellen.

Ich möchte Ihnen eine grundsätzliche Frage stellen.

Ik wil u een fundamentele vraag stellen.

Können Sie bitte die Musik leiser stellen?

- Kan u alstublieft de muziek zachter zetten?
- Kunt u de muziek zachter zetten alstublieft?

Darf ich Ihnen ein paar Fragen stellen?

Mag ik u een aantal vragen stellen?

Das Dach ist an drei Stellen undicht.

Het dak lekt op drie verschillende plekken.

Könntest du bitte den Fernseher leiser stellen?

Kun je alsjeblieft de televisie zachter zetten?

Haben Sie offene Stellen an Ihrem Körper?

- Heb je open wonden op je lichaam?
- Hebt u open wonden op uw lichaam?

- Darf ich Ihnen eine Frage stellen?
- Darf ich euch eine Frage stellen?
- Darf ich Sie etwas fragen?

Mag ik u een vraag stellen?

- Darf ich euch eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich Sie etwas Persönliches fragen?
- Darf ich dir eine persönliche Frage stellen?
- Darf ich Ihnen eine persönliche Frage stellen?

Mag ik je een persoonlijke vraag stellen?

- Darf ich Ihnen eine Frage stellen?
- Darf ich euch eine Frage stellen?
- Darf ich dir eine Frage stellen?
- Darf ich dich etwas fragen?
- Darf ich Sie etwas fragen?
- Kann ich dich etwas fragen?
- Dürfte ich einige Fragen stellen?

- Mag ik je iets vragen?
- Mag ik u een vraag stellen?

- Ich möchte dir die gleiche Frage noch einmal stellen.
- Ich möchte Ihnen die gleiche Frage gerne erneut stellen.

Ik zou u dezelfde vraag nog eens willen stellen.

Stellen Sie sich vor, Sie hätten einen Freund,

Stel je voor dat je een vriend had die je constant wees

Stellen Sie sich vor, Sie betreten eine Küche.

Je komt de keuken in,

Seine Fähigkeit zum Oberkommando unter Beweis zu stellen.

waarmee hij zijn bekwaamheid als opperbevel bewees.

Was stellen diese Punkte auf der Karte dar?

Wat stellen deze punten op de kaart voor?

Es gibt in der Straße einige eingesunkene Stellen.

Er zijn enkele verzakkingen in de straat.

Gott wird deinen Glauben auf die Probe stellen.

God zal je geloof op de proef stellen.

Tom ist leicht zufrieden zu stellen, nicht wahr?

Tom is gemakkelijk tevreden te stellen, nietwaar?

Der Lehrer hat angefangen, uns Fragen zu stellen.

De leraar was begonnen ons vragen te stellen.

Die Lehrerin hat angefangen, uns Fragen zu stellen.

De lerares was begonnen ons vragen te stellen.

Fragen stellen ist die beste Art zu lernen.

Vragen stellen is de beste manier om te leren.

- Der Mann hob seine Hand, um eine Frage zu stellen.
- Der Mann zeigte auf, um eine Frage zu stellen.

De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.

Stellen Sie sich vor, Sie wollen auf eine Party.

Stel je voor dat je je klaarmaakt om naar een feestje te gaan.

Aber ohne die Fähigkeit, ihre Fragen richtig zu stellen,

die echter de vaardigheid missen om een vraag goed te stellen

Sie stellen ihr Licht aus, für ein wenig Privatsphäre.

Ze zetten hun lichten uit voor een beetje privacy voor de concurrentie.

Frau Ionescu, ich würde Ihnen gern eine Frage stellen.

Mevrouw Ionescu, ik zou u iets willen vragen.

Anna kennt die ersten tausend Stellen von π auswendig.

Anna kent de eerste duizend cijfers van π van buiten.

Die roten Linien auf der Karte stellen Eisenbahnlinien dar.

De rode lijnen op de kaart stellen spoorwegen voor.

- Stell eine Frage!
- Stellen Sie eine Frage!
- Fragen Sie!

Stel een vraag!

Das Ministerium musste sich einem Berg von Fragen stellen.

Het ministerie werd overstelpt met vragen.

Der Mann zeigte auf, um eine Frage zu stellen.

De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.

Der Nachbar bat uns, die Musik leiser zu stellen.

- De buurman heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.
- De buurvrouw heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.

Mini-Welten um einen Stern stellen, um freies Sonnenlicht einzufangen,

zoals wereldjes rond een ster plaatsen om gratis zonlicht op te vangen,

Der Markt wird den Ärmsten niemals Wohnraum zur Verfügung stellen.

De markt zal nooit woningen aan de armsten geven. Nooit.

Stellen Sie sich vor, Paul McCartney wäre Teil Ihrer Gruppe.

Stel dat Paul McCartney een lid van jouw groep is.

- Stell deine Frage.
- Stellt eure Frage.
- Stellen Sie Ihre Frage!

- Stel je vraag.
- Stel jullie vraag.

- Darf ich es hierhin stellen?
- Darf ich es hierhin legen?

Mag ik het hier neerzetten?

- Ich will dir einige Fragen stellen.
- Ich hätte eine Frage.

Ik wil je een paar vragen stellen.

Der Mann hob seine Hand, um eine Frage zu stellen.

De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.