Examples of using "Sitze" in a sentence and their dutch translations:
Ik zit thuis alleen.
Ik zit aan tafel.
Ik zit thuis alleen.
Ik zit in de puree.
Ik zit in de problemen.
Ik zit nu in de trein.
Ik zit niet graag buiten.
Dus ik zit hier op de achtergrond
Dus dit houdt me van het koude ijs...
Ik zit in de puree.
...en dat houdt me van de koude vloer.
Ik bevind me in een gênante situatie.
Ik zit niet graag buiten.
Ik zit in de puree.
Tom ontbijt sinds zeven jaar elke dag aan deze tafel. De komende zeven dagen zit ik in de ontbijzaal naast hem.