Examples of using "Schlechtes" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft een slecht geheugen.
Is dat een slechte zaak?
Het is slecht weer.
Een slecht geweten lost niets op.
Tom heeft een slecht geheugen.
Ik had een slecht geweten.
Gisteren hebben we slecht weer gehad.
Ik voelde me schuldig en verdrietig.
In de natuur is dat meestal een slecht teken.
Dat voorspelt weinig goeds.
Ze zegt nooit iets slechts over iemand anders.
Ik was vergeten dat ik een slecht kortetermijngeheugen heb.
Zijn luiheid was een slecht teken voor de toekomst.
Er is geen slecht weer, alleen maar slechte kleding.
De manier waarop hij naar me keek, gaf me een slecht gevoel.
Conchita voelde zich schuldig dat ze Toms en Mary's relatie had verpest.
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Ik ben er zeker van, dat hij niets verkeerds gedaan heeft.
Conchita voelde zich schuldig dat ze Toms en Mary's relatie had verpest.