Translation of "Patient" in Dutch

Der Patient ist ohnmächtig.

De patiënt is buiten bewustzijn.

- Der Patient liegt auf dem Totenbett.
- Der Patient ringt mit dem Tode.

De patiënt ligt op het sterfbed.

Der Patient überwand schließlich seine Krankheit.

De patiënt overwon eindelijk zijn ziekte.

Der Patient darf aus dem Bett.

De patiënt mocht uit bed.

Ich werde dein erster Patient sein.

- Ik zal uw eerste patiënt zijn.
- Ik zal je eerste patiënt zijn.

Der Patient zeigte dem Arzt seine Zunge.

De patiënt toonde zijn tong aan de dokter.

Der Patient wird sich bald von seiner Krankheit erholen.

De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.

Vor zwei Jahren bekam der Patient ein künstliches Hüftgelenk.

Twee jaar geleden kreeg de patiënt een kunstheup.

Woher weißt du, dass der Patient die Krankheit nicht simuliert?

Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?