Examples of using "Passen" in a sentence and their dutch translations:
Ze passen bij elkaar.
Nu komt het.
Ze passen bij elkaar.
- Wanneer komt het u uit?
- Wanneer komt het u goed uit?
- Wanneer komt het u uit?
- Wanneer komt het u goed uit?
Jeans passen bij alles.
Wanneer komt het u uit?
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
Deze schoenen passen niet.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
In dat auditorium kunnen tweeduizend mensen.
Er zijn 30 personen in de bus.
Denk je dat het zal passen?
Die schoenen passen niet met het pak.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Whisky en thee gaan heel goed samen.
We dachten: ze houden de afvoerpijpen in de gaten.
Haar blauwe schoenen passen goed bij deze jurk.
Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.
Let op dat ge niet verkouden wordt.
Dat is te klein om op je hoofd te passen.
De omstandigheden moeten goed zijn. Er is 'n kleine opklaring.
Ze stopt haar wangzakken vol met 10% van haar lichaamsgewicht.
en het was geweldig hoe ze bij hen probeerde te passen.
Hun kleur, textuur, patroon, huid aanpassen. Het is prachtig.
Kijk uit waar je loopt.
Jouw sokken passen niet bij elkaar.
Ik moet voorzichtig zijn met deze fakkel. Dat kon wel eens buskruit zijn.
Whisky en thee gaan heel goed samen.
Let op dat ge niet verkouden wordt.
- Wees voorzichtig met wat je zegt!
- Let op je woorden!
Pas goed op jezelf.
Houd Tom in de gaten.