Examples of using "Neun" in a sentence and their dutch translations:
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.
Kan je om negen uur komen?
Hij heeft negen uur geslapen.
Drie maal drie is negen.
Wees om negen uur thuis.
Het is half negen.
Het is negen uur.
- Open uw boek op bladzijde negen.
- Open je boek op bladzijde negen.
Ik was acht of negen
Het equivalent van negen grote pizza's.
Negen jaar geleden.
Het is kwart over negen.
Het is al negen uur.
Een kat heeft negen levens.
De zon heeft negen planeten.
Het kwadraat van negen in eenennegentig.
Drie maal drie is negen.
Het is tien voor negen.
Ik kocht negen bloemen.
De school begint om negen uur.
- Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Het museum is open vanaf negen uur 's morgens.
Bel mij morgen om 9 uur.
Mijn vader kwam thuis om negen uur.
Mijn vader kwam thuis om negen uur.
Duitsland grenst aan negen Europese buurlanden.
De school begint om negen uur.
Ik ben tegen negen uur terug.
Hij was negen jaar in het buitenland.
We werken van negen tot vijf.
Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.
Hij zei: "Het is negen uur."
In mijn gezin zijn er negen personen.
Hij zei dat het negen uur was.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Je moet voor negen uur terugkomen.
- U moet voor negen uur terugkomen.
- Jullie moeten voor negen uur terugkomen.
Gewoonlijk gaat ze om negen uur slapen.
Onze school begint om acht uur dertig.
De school begint om half negen.
Gewoonlijk gaat ze om negen uur slapen.
Het vliegtuig kwam exact om negen uur aan.
We hebben negen mensen voor dit spel nodig.
Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.
Het begint niet voor half negen.
Gewoonlijk gaat ze om negen uur slapen.
Deze trein vertrekt om negen uur.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Open uw boek op bladzijde negen.
- Open je boek op bladzijde negen.
De school begint om half negen in de ochtend.
Op mijn horloge is het stipt negen uur.
Andere mensen hebben negen of tien uur slaap nodig.
We moeten om negen uur op het werk zijn.
Om negen uur was het spel afgelopen.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
Mijn vader kwam thuis om negen uur.
De lessen beginnen elke dag om negen uur.
Het feestje was gedaan om negen uur.
Ik wil dat ge om negen uur komt.