Examples of using "Nachhauseweg" in a sentence and their dutch translations:
Ik was op weg naar huis.
Ik heb wat kerstinkopen gedaan op weg naar huis.
Kom als je naar huis gaat, alsjeblieft bij me langs.
Had ik iets voor je moeten kopen op weg naar huis?
Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.
We zijn op weg naar huis.
Wees voorzichtig op de weg naar huis.