Examples of using "Mars" in a sentence and their dutch translations:
Mars is een rode planeet.
Mars heeft twee manen.
Ik wil naar Mars gaan.
- Mars is een planeet.
- Mars in een planeet.
We moeten Mars koloniseren.
Mars is de god van de oorlog.
De Aarde, Mars en Jupiter zijn planeten.
Is er leven op Mars?
Mars is de rode planeet.
Is er water op Mars?
- Ook op Mars zijn er katten.
- Er zijn ook katten op Mars.
Mars heeft een erg dunne atmosfeer.
Mensen kunnen niet op Mars leven.
Wetenschappers hebben water op Mars gevonden.
We moeten mensen naar Mars sturen.
Mars heeft twee manen: Phobos en Deimos.
Het zal niet lang meer duren voordat we naar Mars kunnen reizen.
Er is geen teken van leven op Mars.
Mars heeft twee kleine manen, Phobos en Deimos.
Men zegt dat er geen leven is op Mars.
Hij zei, dat er geen leven was op Mars.
Venus en Mars hebben helemaal geen magnetosfeer.
In de dierentuinen op Mars zijn er dieren van de aarde.
Het zal niet lang meer duren voordat we naar Mars kunnen reizen.
Mars heeft enkele van de hoogste vulkanen en diepste valleien in ons zonnestelsel.
Er bestaan minstens 100 000 steenachtige objecten die men asteroïden noemt tussen Mars en Jupiter.
De planeten hebben verschillende grootten. Van het kleinst naar het grootst is het: Mercurius, Mars, Venus, Aarde, Neptunus, Uranus, Saturnus en Jupiter.